Kijkvenster 3:
Een multidisciplinair perspectief op maatschappelijke transities
"Maatschappelijke transities beginnen daar waar er iets in mensen verandert. Maar wat verandert er dan precies? En kan een enkel mens eigenlijk wel verschil maken? [Er zijn] een vijftal wetenschappelijke theorieën die helpen om een antwoord te vinden op deze vragen: de paradigmatheorie, de complexe systeemtheorie, en theorieën over liminaliteit, spirituele omvorming en morele helderheid."
Afbeelding downloaden:
De pictogrammen mogen los van elkaar worden gebruikt, met vermelding van de credits: (c) Angela Stoof en Ger Hermsen, CC BY-NC-ND 4.0, www.boek-perspectief.nl.
Klik hier voor overig gebruiksvoorwaarden.
Toelichting / context
"Maatschappelijke transities gaan uiteindelijk over veranderprocessen in mensen. Deze processen worden vaak op twee manieren benaderd. De eerste manier is om te onderzoeken door welke externe factoren mensen hun gedrag veranderen. Sociale druk is een voorbeeld van een externe factor, maar kan het ook gaan om gerichte interventies en prikkels. In dit laatste zijn vooral beleidsmakers en politici geïnteresseerd. Een belangrijke bron van inzicht is onderzoek uit de gedragspsychologie, waaruit bijvoorbeeld blijkt wat de meest effectieve interventies zijn met het oog op een meer duurzaam gedrag. In deze benadering is verandering dus het resultaat van iets dat van buitenaf komt.
Bij de tweede benadering komt verandering van binnenuit. Deze benadering staat in dit hoofdstuk centraal. De kern hiervan wordt gevormd door het centrale concept in dit boek: nataliteit, het vermogen van de mens om iets nieuws te beginnen. Voor veel mensen is de benadering van binnenuit heel belangrijk. Ze hebben het verlangen om iets goeds te doen met wie ze zijn en waar ze staan. Hierbij gaat het dus over henzelf, als unieke mens, en niet – zoals bij prikkels en interventies – over statistieken. Het gaat over hun persoonlijke zorgen, verlangens en hoop, en de zoektocht naar manieren om een steentje bij te dragen aan een gezondere, duurzamere en rechtvaardigere wereld.
Ook in de interviews in hoofdstuk 5 kunnen we een dergelijke zoektocht herkennen. Dat wat pioniers, inspirators, activisten en systeemveranderaars doen, is geen reactie is op bewust gegeven prikkels en interventies. Wat ze doen, begint bij henzelf, als unieke mens, en bij de manier waarop ze daarover met anderen in gesprek gaan. Dit zijn de momenten waarop mensen een nieuw begin maken en de hoop in de wereld komt.
Dit hoofdstuk gaat over de vraag hoe we dit veranderproces-van-binnenuit kunnen begrijpen. Maatschappelijke transities beginnen daar waar er iets in mensen verandert. Maar wat verandert er dan precies? En kan een enkel mens eigenlijk wel verschil maken?
In dit hoofdstuk bespreek ik een vijftal wetenschappelijke theorieën die helpen om een antwoord te vinden op deze vragen: de paradigmatheorie, de complexe systeemtheorie, en theorieën over liminaliteit, spirituele omvorming en morele helderheid.
Paradigmatheorie. Fundamentele verandering vindt plaats wanneer we door een heel ander ‘venster’ van vooronderstellingen naar de werkelijkheid gaan kijken.
Complexe systeemtheorie. Systeemverandering heeft een niet-lineaire structuur en kan
in gang worden gezet door een enkeling. Als 25% van de mensen een idee omarmt, kantelt een systeem definitief.
Liminaliteit. Een persoonlijk veranderingsproces vindt plaats in een ‘tussenruimte’
die wordt gekenmerkt door ambiguïteit en desoriëntatie. Dit veranderingsproces wordt beschreven in verhalen met een U-vormige structuur.
Spirituele omvorming. Verandering is niet iets wat we zelf doen, maar wat aan ons gebeurt. We merken dat bijvoorbeeld wanneer we een roeping hebben.
Morele helderheid. Als we dingen willen veranderen, moeten we idealistisch zijn. Daartoe moeten we een helder onderscheid maken tussen hoe de wereld is (Ist) en hoe de wereld zou moeten zijn (Soll)."
(Uit: Perspectief: Hoop houden en verschil maken in een wereld vol verandering, p. 121-125)